|
|
|
Andersoortige kleding Voor baby's bestaat sinds jaar en dag speciale kleding, met op tal van plekken drukkers, klittenband en ritsen. Veel zorgbehoeftigen hebben er moeite mee om bepaalde lichaamdelen te bewegen, waardoor aan- en uitkleden lastiger wordt. Juist deze groep cliënten moet vaak door zorgverleners geholpen worden met het aan- en uitkleden. Zowel voor de cliënt als de zorgverlener betekent dit vaak veel inspanning. Deze inspanning is terug te brengen door - net als bij babykleding - op veel plaatsen drukkers, klittenband of ritsen aan te brengen, of door kleding gewoon anders te ontwerpen, zoals broeken zonder zitvlak voor rolstoelers. Een onderbroek en hemd die 'uitklapbaar' zijn (zie foto's hiernaast), kunnen worden aan- en uitgedaan, terwijl de cliënt in bed ligt, zonder tal van til- en/of sjorhandelingen.
Aangepaste kleding - bijvoorbeeld een broek zonder zitvlak voor mensen in een rolstoel - kan een gebruiker vaak zelf aan- en uittrekken. Ook is het bijvoorbeeld voor een deel van de gebruikers mogelijk om door de openingen die in kleding te creëren zijn, zelf hun incontinentiemateriaal te verwisselen. Deze personen worden dan veel minder afhankelijk van hulpverleners en de eigenwaarde en zelfverzekerdheid zal snel toenemen. Aangepaste kleding kan dus op vele manieren een bijdrage leveren aan een vergroting van de kwaliteit van leven van mensen die van zorg afhankelijk zijn.
Bij de huidige aan- en uitkleedtechnieken worden zorgbehoeftigen regelmatig verplaatst (zowel binnen het bed, als van bed naar rolstoel e.d.). Bovendien staan zorgverleners vaak in tal van gebogen, knielende en bukkende houdingen, die allemaal aanzienlijk verminderd kunnen worden bij het gebruik van aangepaste kleding. De fysieke belasting voor zorgverleners verminderd met 25% vergeleken met onaangepaste kleding. Doordat daarenboven hele groepen mensen voortaan weer meer zelf kunnen rond het aan- en uitkleden, komen ook veel (belastende) handelingen voor zorgverleners helemaal te vervallen.
Steeds meer zorginstellingen werken volgens de PDL-systematiek (Passiviteiten Dagelijks Leven). De inzet van aangepaste kleding past hier prima in.
Een speciale doelgroep van aangepaste kleding wordt gevormd door mensen met gedragsproblematiek, met name in de gehandicaptenzorg, GGZ, verpleeg- en verzorgingshuizen. Kledingaanpassingen kunnen hier helpen om gedrag beheersbaar te maken. Enerzijds gaat het dan om kleding met (beperkte) fixatiemogelijkheden. Anderzijds om kleding van extra stevig materiaal, zoals de de zogenaamde scheurpakken. Kleding kan een serieuze bijdrage aan vergroting van de kwaliteit van zorg voor deze specifieke doelgroep.
Een bijzonder aandachtspunt rond kleding betreft de maatvoering. Er zijn mensen met een lichamelijke handicap die bijvoorbeeld voor een deel van hun lichaam een grote kledingmaat nodig hebben en voor een ander deel een kleine maat. Indien hun kleding niet speciaal op maat gemaakt wordt, leidt dat tot slechte zorg en bij sommige groepen mensen tot ronduit gevaarlijke situaties, zeker als sprake is van een meervoudige handicap.
|