|
|
|
Andere bouw van zorginstellingen Bouwen en verbouwen van zorginstellingen gaat het beste vanuit een lange termijnvisie op de inrichting van de zorg. Welke diensten worden in de toekomst aangeboden? Wat is de verwachte toekomstige opbouw van het patiëntenbestand? Wat zijn de wensen van patienten en zorgverleners? Welke technologieën zullen worden toegepast en welke juist niet meer? Hoe is de keten met andere zorgaanbieders/mantelzorgers georganiseerd? Welke sfeer moet in het gebouw komen te hangen? Is een centrale keuken nodig, of gaan patienten (deels) zelf koken? Wil de instelling zich onderscheiden ten opzichte van andere zorgaanbieders en zo ja op welke punten? Het is van belang dit soort vragen te beantwoorden en een visie te ontwikkelen, zodat die wordt meegenomen in de keuze voor een architect. DAZ kan deze visieontwikkeling ondersteunen.
De zorginstellingen worden bestuurlijk steeds grotere organisaties, die zich vaak op steeds meer kleinschalige locaties huisvesten. Woonzorgeenheden in de wijk zijn in opkomst, in vele verschijningsvormen. Ziekenhuizen vormen binnen het geheel van zorginstellingen een aparte groep aangezien zij vaak met grote(re) locaties blijven werken. Bij de bouw is het dan handig vragen te stellen als: hoe voorkomen we dat de patiënt zo min mogelijk door het hele pand moet gaan reizen voor de diverse deelbehandelingen, wordt het ziekenhuis onderdeel van een zorgboulevard of niet, gaat het ziekenhuis zich steeds meer op bepaalde specialismen toeleggen en wat betekent dit voor de huisvestingswensen?
Het moment waarop zorginstellingen worden verbouwd cq nieuwbouw wordt gepleegd, is een perfect moment voor herinrichting van bestaande werkprocessen en het verbeteren van zowel kwaliteit van de zorg, als kwaliteit van de arbeid voor zorgverleners. Terecht wordt er steeds vaker overgegaan op éénpersoonskamers voor patiënten. Vaak wordt uit een soort van automatisme ook de natte ruimte (douche/toilet) aangelegd per éénpersoonskamer. Dit levert kleine ruimtes op, met vele nadelen voor zowel patiënt als hulpverlener. Eén natte ruimte met twee of drie patiënten delen vanuit hieraan geschakelde éénpersoonkamers kan dan heel veel voordelen hebben, terwijl door toepassing van moderne (deurbedienings-)technieken de privacy toch gewaarborgd kan worden.
Wat zijn de meest voorkomende handelingen bij de groep patiënten die een bepaald deel van de zorginstelling bevolken? Is de inrichting van ruimtes daar wel op afgestemd? Liggen de diverse ruimtes wel in logische volgorde, om zo min mogelijk transfers van patiënten te laten plaatsvinden en het werk zo efficiënt mogelijk in te richten? Allemaal aandachtspunten die de noodzaak van een grondige analyse aangeven, met vele kansen voor verbetering/innovaties van zowel het zorgproces, als de arbeidsomstandigheden van de zorgverleners. Bovendien kosten bepaalde investeringen rond nieuwbouw/verbouw slechts een fractie van de kosten die zij met zich meebrengen als zij op een later moment afzonderlijk alsnog moeten worden uitgevoerd.
Een aandachtspunt van heel andere orde is de vraag hoe lang bepaalde voorzieningen nodig zijn. Indien dat alleen maar voor een beperkte periode is (enkele tot enkele tientallen jaren), waarom dan (ver)bouwen met beton en baksteen? Vanuit het IFD-concept zijn zeer flexibele, maar ook technisch hoogwaardige gebouwen neer te zetten. Na verloop van tijd kunnen die letterlijk opgepakt worden en elders ingezet worden, of kunnen de diverse elementen op andere wijze aan elkaar gekoppeld worden. In de kantorenbouw wordt dit concept niet voor niets steeds vaker ingezet. Ook financieel is dit IFD-concept vaak zeer aantrekkelijk.
|